Kwantiteit en veelzijdigheid van kantoren niet afgestemd.
Doordat we in open kantoren zijn gaan werken is er een trend in gang gezet waar bedrijven op zoek zijn gegaan naar bijzondere kantoorlocaties zoals oude fabriekshallen. Waar in de jaren 80 in afgesloten cellenkantoren nog tapijt lag moeten de fabriekskantoren hun ‘industriële look’ behouden en is het een vreselijke klankkast.
Vroeger toen fabrieksarbeiders nog lopende band werk deden was een grote fabriek nuttig. Voor allerlei vormen van handwerkzaamheden. Denkwerk moet niet in de grote fabrieksruimte, maar in alle rust. In de tijd voor de jaren vijftig van de vorige eeuw hadden ze dat ook goed door. Datatypisten en arbeiders op de vloer, de managers en de denkers in een eigen kantoor.
Jan Gerard Hoendervanger, promovendus aan de Rijksuniversiteit van Groningen op het gebied van de impact van activity-based-kantoren op het welbevinden en presteren van werknemers. Hij geeft aan dat het management van grote kantoren vaak willen dat hun medewerkers veel met elkaar in de kantoortuin communiceren. Er zijn concentratieruimten, maar de nadruk ligt op grote open ruimten. Ga je hier dieper op in dan zie je dat de communicatie in de kantoortuin met veel mensen juist minder wordt ten opzichte van kleinere ruimten.
” Personeel doet gemiddeld 50% van de tijd concentratiewerk.
Promovendus Rijksuniversiteit – J.G. Hoendervanger
De gedachte van activity based working is dat mensen een plek in het kantoor zoeken dat het beste past bij hun activiteit. Dat is een fabeltje. Onlangs voerde de heer Hoendervanger samen met het Center for People and Buildings een enquête uit bij zeven kantoorgebouwen (van overheden, banken en onderwijsinstellingen). Uit de antwoorden van 3.200 respondenten bleek dat slechts 4 procent van de medewerkers dagelijks meerdere keren van plek wisselde.
De heer Hoendervanger dat er ondanks de mooie woorden van kantoren er vaak een tekort is aan concentratieruimtes. ‘Bij de kantoren die ik heb onderzocht, zei het personeel gemiddeld de helft van de tijd bezig te zijn met werk dat veel concentratie vergt. De helft van de werkplekken zou dus uit concentratieplekken moeten bestaan. Maar dat blijkt in veel kantoren niet meer dan 10 procent te zijn.’
Meer weten?
- mt.nl/columns/thijs-peters/weg-denkfabriek-leve-klooster/
- volkskrant.nl/de-gids/met-zijn-allen-in-een-open-kantoortuin-werken-wordt-het-nieuwe-normaal-maar-er-is-nogal-wat-op-aan-te-merken/